windsurfte
- Geluid: windsurfte (hulp, bestand)
- wind·surf·te
vervoeging van |
---|
windsurfen |
windsurfte
- enkelvoud verleden tijd van windsurfen
- Ik windsurfte.
- Jij windsurfte.
- Hij, zij, het windsurfte.
- Ik windsurfte.
vervoeging van |
---|
windsurfen |
windsurfte