Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wind·surft

Werkwoord

vervoeging van
windsurfen

windsurft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van windsurfen
    • Jij windsurft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van windsurfen
    • Hij windsurft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van windsurfen
    • Windsurft!