Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wild·plak·ten

Werkwoord

vervoeging van
wildplakken

wildplakten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wildplakken
    • ...dat wij wildplakten. 
    • ...dat jullie wildplakten. 
    • ...dat zij wildplakten.