Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·stuur·den

Werkwoord

vervoeging van
wegsturen

wegstuurden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegsturen
    • ...dat wij wegstuurden. 
    • ...dat jullie wegstuurden. 
    • ...dat zij wegstuurden.