• weg·smelt
vervoeging van
wegsmelten

wegsmelt

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsmelten
    • ... dat ik wegsmelt. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsmelten
    • ... dat jij wegsmelt. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsmelten
    • ... dat hij wegsmelt.