weerschijnt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerschijnt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weer·schijnt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weerschijnen |
weerschijnt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerschijnen
- Jij weerschijnt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerschijnen
- Hij weerschijnt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weerschijnen
- Weerschijnt!