wanbetaalde
- Geluid: wanbetaalde (hulp, bestand)
- wan·be·taal·de
vervoeging van |
---|
wanbetalen |
wanbetaalde
- enkelvoud verleden tijd van wanbetalen
- Ik wanbetaalde.
- Jij wanbetaalde.
- Hij, zij, het wanbetaalde.
- Ik wanbetaalde.
- verbogen vorm van wanbetaald, voltooid deelwoord van wanbetalen