Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vroeg·stukt

Werkwoord

vervoeging van
vroegstukken

vroegstukt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vroegstukken
    • Jij vroegstukt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vroegstukken
    • Hij vroegstukt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vroegstukken
    • Vroegstukt!