voorverwarmden
- voor·ver·warm·den
vervoeging van |
---|
voorverwarmen |
voorverwarmden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorverwarmen
- ...dat wij voorverwarmden.
- ...dat jullie voorverwarmden.
- ...dat zij voorverwarmden.
- ...dat wij voorverwarmden.
vervoeging van |
---|
voorverwarmen |
voorverwarmden