voorpubliceert
- voor·pu·bli·ceert
vervoeging van |
---|
voorpubliceren |
voorpubliceert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorpubliceren
- ... dat jij voorpubliceert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorpubliceren
- ... dat hij voorpubliceert.