vlamde aan
- Geluid: vlamde aan (hulp, bestand)
- vlam·de aan
vervoeging van |
---|
aanvlammen |
vlamde aan
- enkelvoud verleden tijd van aanvlammen
- Ik vlamde aan.
- Jij vlamde aan.
- Hij, zij, het vlamde aan.
- Ik vlamde aan.
vervoeging van |
---|
aanvlammen |
vlamde aan