Noors

Woordafbreking
  • vinn
Naar frequentie 8577

Werkwoord

vinn

  1. gebiedende wijs van vinne (betekenis [A]: oogsten)

Werkwoord

vinn

  1. gebiedende wijs van vinne (betekenis [B]: winnen)


Nynorsk

Woordafbreking
  • vinn

Werkwoord

vinn

  1. tegenwoordige tijd van vinna (betekenis [A]: oogsten)

vinn

  1. gebiedende wijs van vinna (betekenis [A]: oogsten)

Werkwoord

vinn

  1. tegenwoordige tijd van vinne (betekenis [A]: oogsten)

vinn

  1. gebiedende wijs van vinne (betekenis [A]: oogsten)

Werkwoord

vinn

  1. gebiedende wijs van vinna (betekenis [B]: winnen)

Werkwoord

vinn

  1. gebiedende wijs van vinne (betekenis [B]: winnen)