• vest·li·ge

vestlige, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van vestlig

vestlige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van vestlig


  • vest·li·ge
Naar frequentie 11555

vestlige, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van vestlig

vestlige, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van vestlig


vestlige

  1. verouderde spelling of vorm van vestlege tot 2012
(verouderd) bepaalde vorm enkelvoud en onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van vestlig