vervlocht
- ver·vlocht
vervoeging van |
---|
vervlechten |
vervlocht
- enkelvoud verleden tijd van vervlechten
- Ik vervlocht.
- Jij vervlocht.
- Hij, zij, het vervlocht.
- Ik vervlocht.
- Het woord vervlocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.