versleurde
- Geluid: versleurde (hulp, bestand)
- ver·sleur·de
vervoeging van |
---|
versleuren |
versleurde
- enkelvoud verleden tijd van versleuren
- Ik versleurde.
- Jij versleurde.
- Hij, zij, het versleurde.
- Ik versleurde.
- verbogen vorm van versleurd, voltooid deelwoord van versleuren