Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·schuift

Werkwoord

vervoeging van
verschuiven

verschuift

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschuiven
    • Jij verschuift. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschuiven
    • Hij verschuift. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschuiven
    • Verschuift!