• ver·open·baart
vervoeging van
veropenbaren

veropenbaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veropenbaren
    • Jij veropenbaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veropenbaren
    • Hij veropenbaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van veropenbaren
    • Veropenbaart!