veropenbaart
- ver·open·baart
vervoeging van |
---|
veropenbaren |
veropenbaart
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veropenbaren
- Jij veropenbaart.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veropenbaren
- Hij veropenbaart.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van veropenbaren
- Veropenbaart!