• ver·luch·tigt
vervoeging van
verluchtigen

verluchtigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluchtigen
    • Jij verluchtigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verluchtigen
    • Hij verluchtigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verluchtigen
    • Verluchtigt!