Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·krap·te

Werkwoord

vervoeging van
verkrappen

verkrapte

  1. enkelvoud verleden tijd van verkrappen
    • Ik verkrapte. 
    • Jij verkrapte. 
    • Hij, zij, het verkrapte. 
  2. verbogen vorm van verkrapt, voltooid deelwoord van verkrappen