verkondschap
- ver·kond·schap
vervoeging van |
---|
verkondschappen |
verkondschap
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkondschappen
- Ik verkondschap.
- gebiedende wijs van verkondschappen
- Verkondschap!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkondschappen
- Verkondschap je?