Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·knoop·te

Werkwoord

vervoeging van
verknopen

verknoopte

  1. enkelvoud verleden tijd van verknopen
    • Ik verknoopte. 
    • Jij verknoopte. 
    • Hij, zij, het verknoopte. 
  2. verbogen vorm van verknoopt, voltooid deelwoord van verknopen