Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·klein·de

Werkwoord

vervoeging van
verkleinen

verkleinde

  1. enkelvoud verleden tijd van verkleinen
    • Ik verkleinde. 
    • Jij verkleinde. 
    • Hij, zij, het verkleinde. 
  2. verbogen vorm van verkleind, voltooid deelwoord van verkleinen