Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·hoorn·de

Werkwoord

vervoeging van
verhoornen

verhoornde

  1. enkelvoud verleden tijd van verhoornen
    • Ik verhoornde. 
    • Jij verhoornde. 
    • Hij, zij, het verhoornde. 
  2. verbogen vorm van verhoornd, voltooid deelwoord van verhoornen