verhonger
- ver·hon·ger
vervoeging van |
---|
verhongeren |
verhonger
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhongeren
- Ik verhonger.
- gebiedende wijs van verhongeren
- Verhonger!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhongeren
- Verhonger je?