verhabbezak
- Geluid: verhabbezak (hulp, bestand)
- ver·hab·be·zak
vervoeging van |
---|
verhabbezakken |
verhabbezak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhabbezakken
- Ik verhabbezak.
- gebiedende wijs van verhabbezakken
- Verhabbezak!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhabbezakken
- Verhabbezak je?