vergroeiden
- Geluid: vergroeiden (hulp, bestand)
- ver·groei·den
vervoeging van |
---|
vergroeien |
vergroeiden
- meervoud verleden tijd van vergroeien
- Wij vergroeiden.
- Jullie vergroeiden.
- Zij vergroeiden.
- Wij vergroeiden.
vervoeging van |
---|
vergroeien |
vergroeiden