vergoot
- ver·goot
vervoeging van |
---|
vergieten |
vergoot
- enkelvoud verleden tijd van vergieten
- Ik vergoot.
- Jij vergoot.
- Hij, zij, het vergoot.
- Ik vergoot.
- Het woord vergoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
vergieten |
vergoot