vergenoegden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ge·noeg·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vergenoegen |
vergenoegden
- meervoud verleden tijd van vergenoegen
- Wij vergenoegden.
- Jullie vergenoegden.
- Zij vergenoegden.
- Wij vergenoegden.
vervoeging van |
---|
vergenoegen |
vergenoegden