Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dek·te

Bijvoeglijk naamwoord

verdekte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verdekt

Werkwoord

vervoeging van
verdekken

verdekte

  1. enkelvoud verleden tijd van verdekken
    • Ik verdekte. 
    • Jij verdekte. 
    • Hij, zij, het verdekte. 
  2. verbogen vorm van verdekt, voltooid deelwoord van verdekken