Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dee·moe·dig·de

Werkwoord

vervoeging van
verdeemoedigen

verdeemoedigde

  1. enkelvoud verleden tijd van verdeemoedigen
    • Ik verdeemoedigde. 
    • Jij verdeemoedigde. 
    • Hij, zij, het verdeemoedigde. 
  2. verbogen vorm van verdeemoedigd, voltooid deelwoord van verdeemoedigen