verbras
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·bras
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbrassen |
verbras
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbrassen
- Ik verbras.
- gebiedende wijs van verbrassen
- Verbras!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbrassen
- Verbras je?