• ver·balt

verbalt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van verbal


  • ver·balt
Naar frequentie 45739

verbalt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van verbal


  • ver·balt

verbalt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van verbal