Deens

Woordafbreking
  • ver·balt

Bijvoeglijk naamwoord

verbalt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van verbal


Noors

Woordafbreking
  • ver·balt
Naar frequentie 45739

Bijvoeglijk naamwoord

verbalt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van verbal


Nynorsk

Woordafbreking
  • ver·balt

Bijvoeglijk naamwoord

verbalt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van verbal