Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veld·rij

Werkwoord

vervoeging van
veldrijden

veldrij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veldrijden
    • Ik veldrij. 
  2. gebiedende wijs van veldrijden
    • Veldrij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veldrijden
    • Veldrij je?