veldrij
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- veld·rij
Werkwoord
vervoeging van |
---|
veldrijden |
veldrij
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veldrijden
- Ik veldrij.
- gebiedende wijs van veldrijden
- Veldrij!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veldrijden
- Veldrij je?