vectoriseert
- vec·to·ri·seert
vervoeging van |
---|
vectoriseren |
vectoriseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vectoriseren
- Jij vectoriseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vectoriseren
- Hij vectoriseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vectoriseren
- Vectoriseert!