Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·wreef

Werkwoord

vervoeging van
uitwrijven

uitwreef

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitwrijven
    • ... dat ik uitwreef. 
    • ... dat jij uitwreef. 
    • ... dat hij, zij, het uitwreef.