Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • tvin·ga·de
Naar frequentie 2449

Bijvoeglijk naamwoord

tvingade

  1. bepaald enkelvoud van tvingad

tvingade

  1. meervoud van tvingad

Werkwoord

tvingade

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van tvinga
Schrijfwijzen