tritureert
- Geluid: tritureert (hulp, bestand)
- tri·tu·reert
vervoeging van |
---|
tritureren |
tritureert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tritureren
- Jij tritureert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tritureren
- Hij tritureert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tritureren
- Tritureert!