transplante
vervoeging van |
---|
transplanter |
transplante
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van transplanter
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van transplanter
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van transplanter
enkelvoud | meervoud |
---|---|
transplante | transplantes |
transplante m