Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·speel·den

Werkwoord

vervoeging van
toespelen

toespeelden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toespelen
    • ...dat wij toespeelden. 
    • ...dat jullie toespeelden. 
    • ...dat zij toespeelden.