Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·dekt

Werkwoord

vervoeging van
toedekken

toedekt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toedekken
    • ... dat jij toedekt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toedekken
    • ... dat hij toedekt.