titelden
- ti·tel·den
vervoeging van |
---|
titelen |
titelden
- meervoud verleden tijd van titelen
- Wij titelden.
- Jullie titelden.
- Zij titelden.
- Wij titelden.
- Het woord titelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
titelen |
titelden