temperatuurt
- tem·pe·ra·tuurt
vervoeging van |
---|
temperaturen |
temperatuurt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van temperaturen
- Jij temperatuurt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van temperaturen
- Hij temperatuurt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van temperaturen
- Temperatuurt!