task
task
- taak, opdracht
- «As a reward for finishing these twelve treacherous tasks, Heracles was given the gift of immortality after his death by his father Zeus.»
- Als beloning voor het volbrengen van deze twaalf riskante opdrachten kreeg Herakles na zijn dood de gift van de onsterfelijkheid van zijn vader Zeus.
- «As a reward for finishing these twelve treacherous tasks, Heracles was given the gift of immortality after his death by his father Zeus.»