tandenpoetsten
- tan·den·poets·ten
vervoeging van |
---|
tandenpoetsen |
tandenpoetsten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van tandenpoetsen
- ...dat wij tandenpoetsten.
- ...dat jullie tandenpoetsten.
- ...dat zij tandenpoetsten.
- ...dat wij tandenpoetsten.
vervoeging van |
---|
tandenpoetsen |
tandenpoetsten