tabernakelt
- Geluid: tabernakelt (hulp, bestand)
- ta·ber·na·kelt
vervoeging van |
---|
tabernakelen |
tabernakelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabernakelen
- Jij tabernakelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabernakelen
- Hij tabernakelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tabernakelen
- Tabernakelt!