tabellariseerde
- ta·bel·la·ri·seer·de
vervoeging van |
---|
tabellariseren |
tabellariseerde
- enkelvoud verleden tijd van tabellariseren
- Ik tabellariseerde.
- Jij tabellariseerde.
- Hij, zij, het tabellariseerde.
- Ik tabellariseerde.
vervoeging van |
---|
tabellariseren |
tabellariseerde