taña
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tañar
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tañar
taña
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tañer
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tañer
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tañer