Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sym·bo·li·seert

Werkwoord

vervoeging van
symboliseren

symboliseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van symboliseren
    • Jij symboliseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van symboliseren
    • Hij symboliseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van symboliseren
    • Symboliseert!