subis
vervoeging van |
---|
subir |
subis
- eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van subir
- eerste en tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van subir
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van subir
- mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van subir