Deens

Woordafbreking
  • stum·pe

Bijvoeglijk naamwoord

stumpe, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stump

stumpe, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stump


Noors

Woordafbreking
  • stum·pe

Bijvoeglijk naamwoord

stumpe, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stump

stumpe, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stump


Nynorsk

Woordafbreking
  • stum·pe

Bijvoeglijk naamwoord

stumpe, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van stump

stumpe, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van stump